Afvalbeleid Vijfheerenlanden

Allereerst onze ambities: de VVD Vijfheerenlanden streeft naar een duurzame samenleving waarin restafval zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Het hergebruik van afval als nieuwe grondstof voor producten spreekt ons zéér aan. Als voorbeeld noemen we hier de recent gepresenteerde ‘Luca’ van studenten van de Technische Universiteit Eindhoven. Een elektrische auto, nagenoeg geheel gebouwd van hergebruikt en duurzaam materiaal. Dat spreekt ons aan! De vraag is dus: hoe bereiken we dat we afval echt gaan zien als grondstof en hoe krijgen we die grondstoffen ingezameld, goed gescheiden en voor hergebruik geschikt afgeleverd bij de juiste bedrijven.

Visie:

Een goed vertrekpunt om te komen tot een weldoordacht afvalbeleid is de ladder van Lansink.

Lansink stelt daarbij het volgende:

1.       afvalpreventie gaat voor producthergebruik,

2.       producthergebruik gaat voor materiaalhergebruik,

3.       materiaalhergebruik gaat voor verbranding en storten van afval.

Daar zijn wij het zeer mee eens. Wel is de vraag wie waarop invloed heeft en wat je zelf, als gemeente of samen in een GR zoals de Waardlanden, hieraan kunt doen.

 

Concretisering van de verschillende fasen.

Preventie: de uitdaging is dus op de eerste plaats het voorkomen van afval. Dat kunnen de Gemeenten en de Waardlanden niet alleen, maar deze doelstelling geregeld evalueren is een goed begin. Bijvoorbeeld afval bij de supermarkt: geef zomin mogelijk verpakkingen mee met je klanten, maar verzamel verpakkingen direct bij de supermarkt. Geldt ook voor andere winkels. Verder is het zaak dit deel van de concretisering van het afvalbeleid regionaal alsook landelijk te bespreken.

Producthergebruik spreekt ons ook zeer aan! Vele producten zijn geschikt of na een kleine reparatie geschikt te maken voor hergebruik. Wat voor de ene persoon ‘over’ is, kan een ander vaak nog goed gebruiken. Tweedehands winkels voor allerlei producten van kleding tot meubels, van witgoed en bruingoed tot elektronica alsook boeken en sportartikelen zijn hierbij denkbaar. Af of niet refurbisht of opnieuw in elkaar gezet. Het moet de gewoonste zaak van de wereld worden, de tweedehandszaak, de Kringloop. Gericht op het hergebruiken van producten.

Materiaal hergebruik: daarmee komen we direct bij de hoofdactiviteiten van Waardlanden: ophalen van verschillende soorten afval c.q. grondstoffen alsook het verzamelen hiervan via de afvalbrengstations.  Dat gebeurd sinds 2014 via de systematiek van ‘omgekeerd inzamelen’. Daarbij gaat het om het scheiden van de volgende grondstoffen: gft, PMD, papier en karton, textiel en glas, naast restafval. De analyse is dat laatste drie, papier en karton, textiel en glas, steeds beter gescheiden worden ingezameld. Ook Gft wordt aardig goed, en geschikt voor hergebruik, ingezameld. Knelpunten zijn PMD en Restafval.

Bij PMD is niet geheel duidelijk wat daar precies in thuis hoort en wat niet, zo lezen wij. Of misschien is het wel duidelijk, maar wordt hier niet echt serieus mee omgegaan. Een publiekscampagne is hier op zijn plaats! Maak duidelijk wat er wel/niet in de PMD thuishoort en zie daar ook op toe. Controleer steekproefsgewijs een of enkele minicontainers per wijk en spreek de inwoners aan op eventuele tekortkomingen. Is het wel goed: dan graag een kleine beloning: waardering werkt nog altijd het best.

Naast deze aanpak moeten we ook de keuze voor nascheiding nader betrekken hierbij. En zijn voorbeelden bekend van Gemeenten die daar zeker succesvol mee zijn. Daarover verderop meer.

 

Restafval: om maar direct met de deur in huis te vallen: hier zit de angel. De hoeveelheid restafval is nu nog 232 kilogram p.p. per jaar en dat is véél te veel! En in dit restafval zit ook nog eens voor 70% spul wat daar eigenlijk niet in thuis hoort! Een simpele redenering is dat als dit voorkomen kan worden, we ook direct goed op schema zijn richting minder afval: want 30% betekent 69,6 kilogram en dat is juist héél goed! Hoe is dat te bereiken?

Moeten we pasjes introduceren?

Inclusief betalen per kilogram? Diftar?

Of moeten we méér aandacht geven aan nascheiding?

Hoe voorkomen we dat er een nieuwe categorie bijkomt met al onze maatregelen, nl. zwerfafval?

Bij gemeenten waar een vorm van pasjes of diftar is ingevoerd zie een grote toename van bijplaatsingen en zwerfafval. Dat zien we ook hier in de omgeving: de Gemeente West-Betuwe heeft een diftar systeem en het afval ligt nu al in ruime hoeveelheden langs de weg, in de sloot en in de bossen. En dat is zeker niet wat we willen, integendeel! 

Dit laatste ook in het buitengebied en bij buurgemeenten.

 

Naar een aanpak die werkt

Hoe komen we nu tot een aanpak die werkt? In de gemeente Vijfheerenlanden kunnen we, samen met de Waardlanden, de volgende aanpak hanteren.

 

Preventie: voorkom zoveel mogelijk dat verpakkingsmateriaal bij de consument terecht komt. Minder verpakkingen, minder plastic en meer duurzaam materiaal gebruik. Papieren tasjes en zakken zijn beter dan plastic. Maak daarover afspraken met winkels, detailhandel, horeca/snackbars etc. Laat Waardlanden ook bij deze ondernemers hun afval inzamelen, uiteraard tegen betaling, en geef de ondernemers toegang tot de afvalbrengstations. Naast dit alles is bewustwording van inwoners van groot belang. Voorlichtingscampagnes, open dagen organiseren en aangeven wat je allemaal kunt doen om afvalvorming tegen te gaan. Hierbij specifiek aandacht voor de jeugd, voorlichtingslessen en opdrachten op school zouden wij zeer op prijs stellen;

 

Producthergebruik: een combinatie van afvalbrengstation en kringloop is hier zeer gewenst. Zowel via de kringloopwinkels, als via repaircaffees zijn producten vaak interessant te maken voor hergebruik. Dit zou in het nieuwe afval- en grondstoffenbeleid ook een voorname plaats moeten krijgen. Maak dat ook in de gehele opzet direct duidelijk, zet de kringloop NAAST de afvalbrengstation en beoordeel of producten geschikt zijn (te maken) voor hergebruik. Geef de ‘brenger’ van bruikbare producten een ‘tegoedbon’ voor het winkelen in de kringloop zodat waardering blijkt voor het inleveren van bruikbare spullen.

 

Materiaalhergebruik: Daarvoor is een goed systeem van afvalscheiding onontbeerlijk. Wat we nu zien is dat we véél teveel restafval hebben, wat nog eens vermengd is met 70% afval dat daar niet in thuis hoort zoals gft, plastic, hout, ijzer etc. Verder zien we dat het PMD ook nogal ‘vervuild’ is, d.w.z. dat er veel restafval in zit en dat maakt hergebruik vaak niet goed mogelijk. Andere materialen zoals glas, papier, kleding etc. zijn wel redelijk ‘schoon’, waarbij soms kleding  wel eens vervuild is met allerlei vormen van restafval. Voor hergebruik van materiaal zit de crux bij PMD en restafval. Een betere scheiding verwachten door de inwoners is een soort communicatie- en opvoedkundig proces, waarvan de einduitkomst hoogst twijfelachtig is. Sturing met geld, pasjes, diftar etc. zorgt voor een ‘waterbed-effect’ en voor het ontstaan van zwerfafval, iets wat we juist willen voorkomen. Hamvraag is dus: hoe komen we aan zo goed en zuiver mogelijk gescheiden afvalstromen? De terugschakeling naar inzameling met afvalzakken i.p.v. minicontainers lijkt een beter, lees schoner, resultaat te geven voor PMD. Wat je echter niet meet is wat er niet in de zakken terecht komt maar nog meer dan voorheen tussen het restafval komt. Zakken geeft stankoverlast, zakken worden snel beschadigd of opengemaakt door vogels en andere dieren. Het risico dat jouw PMD door de wijk waait wil niemand graag nemen. Dus theoretisch zal het wel kloppen, maar de nadelige bijeffecten in de praktijk zijn wat ons betreft te groot.

Een andere wijze om PMD verder te zuiveren is de bronscheiding aanvullen met nascheiding.

 

Voorbeeld 1:

Zo geeft afvalinzamelaar ‘WasteNet[1]’ de volgende aanbeveling:

Op dit moment is het daarom het beste om ze als aanvulling op elkaar te zien. Nascheiding is eigenlijk alleen mogelijk voor PMD afval. Zo wordt het PMD nog beter geschikt gemaakt voor hergebruik. Voor restafval kan dat ook, waarbij nascheiding in sommige gevallen na bronscheiding wordt ingezet, om zoveel mogelijk grondstoffen uit het restafval te halen. Deze combinatie zorgt voor de minste grondstofverspilling.

 

Voorbeeld 2:

Omrin[2], een grote inzamelaar en verwerker van afval in Friesland, zet slimme scheidingstechnieken en hightech energie-installaties in. Bijvoorbeeld de REC in Harlingen met groene stroom voor 50.000 Friese huishoudens en de groengasinstallatie in Heerenveen voor 10.000 huishoudens en 1 miljoen kuub groengas voor onze eigen voertuigen:  

Dankzij onze aanpak zijn we in staat om 71% van het afval dat we inzamelen, geschikt te maken voor hergebruik. Voor 2020 is onze doelstelling, samen met de gemeenten, minimaal 75% te recyclen. Ons motto: bronscheiding waar het moet, nascheiding waar het kan. Voor niet bron-gescheiden gft-afval, kunststof, drankenkartons en metaal is nascheiding goedkoper en efficiënter.

 

Voorbeeld 3:

Op Ecopark de Wierde, eveneens van Omrin, komt het afval in de scheidings- en bewerkingsinstallatie. Hightech machines halen zoveel mogelijk herbruikbare afvaldeeltjes uit deze afvalmix.

Dit gebeurt bijna volledig automatisch. Herbruikbare grondstoffen die zo uit het afval worden gehaald, levert Ecopark aan de verwerkende industrie. Deze maken er bijvoorbeeld nieuwe producten van. Organisch afval komt in onze vergistingsinstallatie terecht. Hiervan produceren we groengas.

Feit: Omrin haalt jaarlijks 15 kg kunststof per inwoner uit het restafval (peiljaar 2019). Dit is twee keer zoveel als het landelijke gemiddelde!

 

Stuk voor stuk voorbeelden die zeer de moeite waard zijn om op hun toepasbaarheid in de Gemeente Vijfheerenlanden.

 

Conclusies en aanbevelingen.

·       Voor de Vijfheerenlanden en De Waardlanden is het noodzakelijk aanvullend beleid te formuleren om de gestelde doelen te behalen;

·       Het formuleren van concrete doelstellingen t.a.v. preventie is een van de eerste vereisten;

·       Het hergebruik van producten vraagt om een goede toegankelijkheid van de kringloopwinkels inde gemeente, waar de voor hergebruik geschikte producten tegen aantrekkelijke voorwaarden verkregen kunnen worden. Daarbij moet de aansluiting tussen Kringloop en Afvalbrengstation zo nou mogelijk ingevuld worden zodat er géén geschikte of geschikt te maken producten bij het restafval komen;

·       Het hergebruik van materialen verloopt als het gaat om zoals GFT, glas, papier en kleding als regel goed. PMD en Restafval vragen echter nadrukkelijk om een aanpak die betere resultaten geeft. Voor PMD is het meest voor de hand liggend om bronscheiding te combineren met nascheiding. Op deze wijze zijn de beste resultaten verkregen en is het PMD geschikt voor hergebruik;

·       Het terugbrengen van de hoeveelheid restafval is de echte uitdaging. In het restafval zit nog véél materiaal dat in principe geschikt is voor hergebruik, maar omdat het bij het restafval zit is het, ook bij toepassing van nascheiding, dermate vervuild dat het slechts beperkt gebruikt kan worden voor nieuwe producten. Toch is een vorm van nascheiding aan te bevelen om ervoor te zorgen dat verdere verwerking en hergebruik via bijvoorbeeld vergisting of verbranding beter mogelijk is.

·       Het voorzieningenniveau vraagt de nodige aanpassingen. Zo moet de gehele Vijfheerenlanden voorzien worden van ondergrondse containers voor restafval, graag met een vulsensor zodat digitaal bewaakt kan worden wanneer deze geleegd moet worden. Dat optimaliseert de legingsroutes.

De afvalbrengstations moete zodanig aangepast worden dat een gemakkelijke en logische route kan worden gevolgd en de toegankelijkheid moet zo ruim mogelijk zijn. Toegangscontrole met postcode & huisnummer lijkt voldoende, waarbij steekproefsgewijs dit getoetst kan worden.

De kringloopwinkels moeten dichtbij, zo mogelijk direct naast, de afvalbrengstations een locatie hebben voor het beoordelen en innemen van voor hergebruik geschikte goederen. Hiertoe is ook enig toezicht en actief optreden van de bemensing van de afvalbrengstations noodzakelijk.

 

Discussie:

Punt van discussie is het misbruik van de voorzieningen in de Vijfheerenlanden. Vooral door inwoners van buurtgemeenten, door ondernemers die ‘busjes leegladen bij containers’, en andere vormen van bijplaatsing of elders dumpen van afval. Hierbij kan de reactie zijn dat we met allerlei systemen drempels op gaan werpen om dit tegen te gaan. Dat op zichzelf kan dan weer leiden tot opwerping van zodanig drempels dat ook de inwoners van de Vijfheerenlanden het (te) moeilijk wordt gemaakt om op een juiste wijze van de voorzieningen gebruik te maken. Pasjes, diftar, betalen per kg etc. zijn stappen op een weg naar ellende en meer zwerfafval, ofwel het middel is erger dan de kwaal!

 

Bij het onjuist gebruik van voorzieningen past een regime van handhaving. Opsporing, aanspreken, boetes opleggen is hierbij gewenst. De mate waarin we deze gedragingen zien mogen hoogstens marginaal zijn!

 

Tenslotte kan het voor kleine ondernemers aantrekkelijk zijn om een voorstel van De Waardlanden te krijgen voor de wijze waarop zij van hun afval af kunnen komen, zowel hun huishoudelijk als bedrijfsafval. Voor deze ondernemers is daar geen waterscheiding tussen te maken en ook zij willen best hun medewerking geven als er een redelijke afspraak mogelijk is.