Visie:
Een goed vertrekpunt om te komen tot een weldoordacht
afvalbeleid is de ladder van Lansink.
Lansink stelt daarbij het volgende:
1. afvalpreventie
gaat voor producthergebruik,
2. producthergebruik
gaat voor materiaalhergebruik,
3. materiaalhergebruik
gaat voor verbranding en storten van afval.
Daar zijn wij het zeer mee eens. Wel is de vraag wie
waarop invloed heeft en wat je zelf, als gemeente of samen in een GR zoals de
Waardlanden, hieraan kunt doen.
Concretisering van de verschillende fasen.
Preventie: de uitdaging is dus op de eerste plaats
het voorkomen van afval. Dat kunnen de Gemeenten en de Waardlanden niet
alleen, maar deze doelstelling geregeld evalueren is een goed begin.
Bijvoorbeeld afval bij de supermarkt: geef zomin mogelijk verpakkingen mee met
je klanten, maar verzamel verpakkingen direct bij de supermarkt. Geldt ook voor
andere winkels. Verder is het zaak dit deel van de concretisering van het
afvalbeleid regionaal alsook landelijk te bespreken.
Producthergebruik spreekt ons ook zeer aan! Vele
producten zijn geschikt of na een kleine reparatie geschikt te maken voor
hergebruik. Wat voor de ene persoon ‘over’ is, kan een ander vaak nog goed
gebruiken. Tweedehands winkels voor allerlei producten van kleding tot meubels,
van witgoed en bruingoed tot elektronica alsook boeken en sportartikelen zijn
hierbij denkbaar. Af of niet refurbisht of opnieuw in elkaar gezet. Het moet de
gewoonste zaak van de wereld worden, de tweedehandszaak, de Kringloop. Gericht
op het hergebruiken van producten.
Materiaal hergebruik: daarmee komen we direct bij
de hoofdactiviteiten van Waardlanden: ophalen van verschillende soorten afval
c.q. grondstoffen alsook het verzamelen hiervan via de afvalbrengstations. Dat gebeurd sinds 2014 via de systematiek van
‘omgekeerd inzamelen’. Daarbij gaat het om het scheiden van de volgende
grondstoffen: gft, PMD, papier en karton, textiel en glas, naast restafval. De
analyse is dat laatste drie, papier en karton, textiel en glas, steeds beter
gescheiden worden ingezameld. Ook Gft wordt aardig goed, en geschikt voor
hergebruik, ingezameld. Knelpunten zijn PMD en Restafval.
Bij PMD is niet geheel duidelijk wat daar precies in
thuis hoort en wat niet, zo lezen wij. Of misschien is het wel duidelijk, maar
wordt hier niet echt serieus mee omgegaan. Een publiekscampagne is hier op zijn
plaats! Maak duidelijk wat er wel/niet in de PMD thuishoort en zie daar ook op
toe. Controleer steekproefsgewijs een of enkele minicontainers per wijk en
spreek de inwoners aan op eventuele tekortkomingen. Is het wel goed: dan graag
een kleine beloning: waardering werkt nog altijd het best.
Naast deze aanpak moeten we ook de keuze voor nascheiding
nader betrekken hierbij. En zijn voorbeelden bekend van Gemeenten die daar
zeker succesvol mee zijn. Daarover verderop meer.
Restafval: om maar direct met de deur in huis te
vallen: hier zit de angel. De hoeveelheid restafval is nu nog 232
kilogram p.p. per jaar en dat is véél te veel! En in dit restafval zit ook nog
eens voor 70% spul wat daar eigenlijk niet in thuis hoort! Een simpele
redenering is dat als dit voorkomen kan worden, we ook direct goed op schema zijn
richting minder afval: want 30% betekent 69,6 kilogram en dat is juist héél
goed! Hoe is dat te bereiken?
Moeten we pasjes introduceren?
Inclusief betalen per kilogram? Diftar?
Of moeten we méér aandacht geven aan nascheiding?
Hoe voorkomen we dat er een nieuwe categorie bijkomt met
al onze maatregelen, nl. zwerfafval?
Bij gemeenten waar een vorm van pasjes of diftar is
ingevoerd zie een grote toename van bijplaatsingen en zwerfafval. Dat zien we
ook hier in de omgeving: de Gemeente West-Betuwe heeft een diftar systeem en
het afval ligt nu al in ruime hoeveelheden langs de weg, in de sloot en in de
bossen. En dat is zeker niet wat we willen, integendeel!
Dit laatste ook in het buitengebied en bij buurgemeenten.
Naar een aanpak die werkt
Hoe komen we nu tot een aanpak die werkt? In de gemeente
Vijfheerenlanden kunnen we, samen met de Waardlanden, de volgende aanpak
hanteren.
Preventie: voorkom zoveel mogelijk dat
verpakkingsmateriaal bij de consument terecht komt. Minder verpakkingen, minder
plastic en meer duurzaam materiaal gebruik. Papieren tasjes en zakken zijn
beter dan plastic. Maak daarover afspraken met winkels, detailhandel,
horeca/snackbars etc. Laat Waardlanden ook bij deze ondernemers hun afval
inzamelen, uiteraard tegen betaling, en geef de ondernemers toegang tot de
afvalbrengstations. Naast dit alles is bewustwording van inwoners van groot
belang. Voorlichtingscampagnes, open dagen organiseren en aangeven wat je
allemaal kunt doen om afvalvorming tegen te gaan. Hierbij specifiek aandacht
voor de jeugd, voorlichtingslessen en opdrachten op school zouden wij zeer op
prijs stellen;
Producthergebruik: een combinatie van
afvalbrengstation en kringloop is hier zeer gewenst. Zowel via de
kringloopwinkels, als via repaircaffees zijn producten vaak interessant te
maken voor hergebruik. Dit zou in het nieuwe afval- en grondstoffenbeleid ook
een voorname plaats moeten krijgen. Maak dat ook in de gehele opzet direct
duidelijk, zet de kringloop NAAST de afvalbrengstation en beoordeel of
producten geschikt zijn (te maken) voor hergebruik. Geef de ‘brenger’ van
bruikbare producten een ‘tegoedbon’ voor het winkelen in de kringloop zodat
waardering blijkt voor het inleveren van bruikbare spullen.
Materiaalhergebruik: Daarvoor is een goed systeem
van afvalscheiding onontbeerlijk. Wat we nu zien is dat we véél teveel
restafval hebben, wat nog eens vermengd is met 70% afval dat daar niet in thuis
hoort zoals gft, plastic, hout, ijzer etc. Verder zien we dat het PMD ook nogal
‘vervuild’ is, d.w.z. dat er veel restafval in zit en dat maakt hergebruik vaak
niet goed mogelijk. Andere materialen zoals glas, papier, kleding etc. zijn wel
redelijk ‘schoon’, waarbij soms kleding
wel eens vervuild is met allerlei vormen van restafval. Voor hergebruik
van materiaal zit de crux bij PMD en restafval. Een betere scheiding verwachten
door de inwoners is een soort communicatie- en opvoedkundig proces, waarvan de
einduitkomst hoogst twijfelachtig is. Sturing met geld, pasjes, diftar etc. zorgt
voor een ‘waterbed-effect’ en voor het ontstaan van zwerfafval, iets wat we
juist willen voorkomen. Hamvraag is dus: hoe komen we aan zo goed en zuiver
mogelijk gescheiden afvalstromen? De terugschakeling naar inzameling met
afvalzakken i.p.v. minicontainers lijkt een beter, lees schoner, resultaat te
geven voor PMD. Wat je echter niet meet is wat er niet in de zakken terecht
komt maar nog meer dan voorheen tussen het restafval komt. Zakken geeft
stankoverlast, zakken worden snel beschadigd of opengemaakt door vogels en
andere dieren. Het risico dat jouw PMD door de wijk waait wil niemand graag
nemen. Dus theoretisch zal het wel kloppen, maar de nadelige bijeffecten in de
praktijk zijn wat ons betreft te groot.
Een andere wijze om PMD verder te zuiveren is de
bronscheiding aanvullen met nascheiding.
Voorbeeld 1:
Zo geeft afvalinzamelaar ‘WasteNet[1]’
de volgende aanbeveling:
Op dit moment is het daarom
het beste om ze als aanvulling op elkaar te zien. Nascheiding is eigenlijk
alleen mogelijk voor PMD afval. Zo wordt het PMD nog beter geschikt gemaakt
voor hergebruik. Voor restafval kan dat ook, waarbij nascheiding in sommige
gevallen na bronscheiding wordt ingezet, om zoveel mogelijk grondstoffen uit
het restafval te halen. Deze combinatie zorgt voor de minste
grondstofverspilling.
Voorbeeld 2:
Omrin[2],
een grote inzamelaar en verwerker van afval in Friesland, zet slimme
scheidingstechnieken en hightech energie-installaties in. Bijvoorbeeld de REC
in Harlingen met groene stroom voor 50.000 Friese huishoudens en de
groengasinstallatie in Heerenveen voor 10.000 huishoudens en 1 miljoen kuub
groengas voor onze eigen voertuigen:
Dankzij onze aanpak zijn we
in staat om 71% van het afval dat we inzamelen, geschikt te maken voor
hergebruik. Voor 2020 is onze doelstelling, samen met de gemeenten, minimaal 75%
te recyclen. Ons motto: bronscheiding waar het moet,
nascheiding waar het kan. Voor niet bron-gescheiden gft-afval, kunststof,
drankenkartons en metaal is nascheiding goedkoper en efficiënter.
Voorbeeld 3:
Op Ecopark de Wierde, eveneens van Omrin, komt het afval
in de scheidings-
en bewerkingsinstallatie. Hightech machines halen zoveel mogelijk
herbruikbare afvaldeeltjes uit deze afvalmix.
Dit gebeurt bijna volledig
automatisch. Herbruikbare grondstoffen die zo uit het afval worden gehaald,
levert Ecopark aan de verwerkende industrie. Deze maken er bijvoorbeeld nieuwe
producten van. Organisch afval komt in onze vergistingsinstallatie terecht.
Hiervan produceren we groengas.
Feit: Omrin haalt jaarlijks 15 kg kunststof per
inwoner uit het restafval (peiljaar 2019). Dit is twee keer zoveel als het
landelijke gemiddelde!
Stuk voor stuk voorbeelden die zeer de moeite waard zijn
om op hun toepasbaarheid in de Gemeente Vijfheerenlanden.
Conclusies en aanbevelingen.
·
Voor de Vijfheerenlanden en De Waardlanden is
het noodzakelijk aanvullend beleid te formuleren om de gestelde doelen te
behalen;
·
Het formuleren van concrete doelstellingen
t.a.v. preventie is een van de eerste vereisten;
·
Het hergebruik van producten vraagt om een goede
toegankelijkheid van de kringloopwinkels inde gemeente, waar de voor hergebruik
geschikte producten tegen aantrekkelijke voorwaarden verkregen kunnen worden.
Daarbij moet de aansluiting tussen Kringloop en Afvalbrengstation zo nou
mogelijk ingevuld worden zodat er géén geschikte of geschikt te maken producten
bij het restafval komen;
·
Het hergebruik van materialen verloopt als het
gaat om zoals GFT, glas, papier en kleding als regel goed. PMD en Restafval
vragen echter nadrukkelijk om een aanpak die betere resultaten geeft. Voor PMD
is het meest voor de hand liggend om bronscheiding te combineren met
nascheiding. Op deze wijze zijn de beste resultaten verkregen en is het PMD
geschikt voor hergebruik;
·
Het terugbrengen van de hoeveelheid restafval is
de echte uitdaging. In het restafval zit nog véél materiaal dat in principe
geschikt is voor hergebruik, maar omdat het bij het restafval zit is het, ook
bij toepassing van nascheiding, dermate vervuild dat het slechts beperkt
gebruikt kan worden voor nieuwe producten. Toch is een vorm van nascheiding aan
te bevelen om ervoor te zorgen dat verdere verwerking en hergebruik via
bijvoorbeeld vergisting of verbranding beter mogelijk is.
·
Het voorzieningenniveau vraagt de nodige
aanpassingen. Zo moet de gehele Vijfheerenlanden voorzien worden van
ondergrondse containers voor restafval, graag met een vulsensor zodat digitaal
bewaakt kan worden wanneer deze geleegd moet worden. Dat optimaliseert de
legingsroutes.
De afvalbrengstations moete
zodanig aangepast worden dat een gemakkelijke en logische route kan worden
gevolgd en de toegankelijkheid moet zo ruim mogelijk zijn. Toegangscontrole met
postcode & huisnummer lijkt voldoende, waarbij steekproefsgewijs dit
getoetst kan worden.
De kringloopwinkels moeten dichtbij,
zo mogelijk direct naast, de afvalbrengstations een locatie hebben voor het
beoordelen en innemen van voor hergebruik geschikte goederen. Hiertoe is ook
enig toezicht en actief optreden van de bemensing van de afvalbrengstations
noodzakelijk.
Discussie:
Punt van discussie is het misbruik van de voorzieningen
in de Vijfheerenlanden. Vooral door inwoners van buurtgemeenten, door
ondernemers die ‘busjes leegladen bij containers’, en andere vormen van
bijplaatsing of elders dumpen van afval. Hierbij kan de reactie zijn dat we met
allerlei systemen drempels op gaan werpen om dit tegen te gaan. Dat op zichzelf
kan dan weer leiden tot opwerping van zodanig drempels dat ook de inwoners van
de Vijfheerenlanden het (te) moeilijk wordt gemaakt om op een juiste wijze van
de voorzieningen gebruik te maken. Pasjes, diftar, betalen per kg etc. zijn
stappen op een weg naar ellende en meer zwerfafval, ofwel het middel is erger
dan de kwaal!
Bij het onjuist gebruik van voorzieningen past een regime
van handhaving. Opsporing, aanspreken, boetes opleggen is hierbij gewenst. De
mate waarin we deze gedragingen zien mogen hoogstens marginaal zijn!
Tenslotte kan het voor kleine ondernemers aantrekkelijk
zijn om een voorstel van De Waardlanden te krijgen voor de wijze waarop zij van
hun afval af kunnen komen, zowel hun huishoudelijk als bedrijfsafval. Voor deze
ondernemers is daar geen waterscheiding tussen te maken en ook zij willen best
hun medewerking geven als er een redelijke afspraak mogelijk is.